Schrijven

Gevangen in een gouden kooi (hoofdstuk 1)

Een harde ringtone doet haar wakker schrikken. Ze zucht diep en voelt meteen weer die druk. Geïrriteerd vraagt ze zich af wie er nu al zo vroeg belt. Ze neemt op en hoort de stem van Chelsey, haar beste vriendin, die zo te horen ook behoorlijk geïrriteerd is. ”Ja hallo, waar was je gisteravond? Waarom heb je je gezicht niet even laten zien? Je wist toch dat het voor mijn vader een belangrijke avond was? Al zijn zakenrelaties waren aanwezig, dit was een perfecte gelegenheid om te socializen. En daarnaast is je vader ook nog eens de beste vriend van mijn vader, dus het slaat helemaal nergens op dat je er niet was.” Dan valt er een stilte, Chelsey heeft haar zegje gedaan en blijkbaar wordt er nu van haar een verklaring verwacht. ”Oh sorry, ik ben het helemaal vergeten en dat spijt me echt. Maar het was zonder mij ook vast wel een geslaagde avond toch?” ”Daar gaat het niet om, bij zulke belangrijke gelegenheden moet je je gezicht gewoon laten zien. Heel zakelijk Laren was aanwezig.” Geïrriteerd fronst Serena haar voorhoofd. ”Ja en? Ik ben het vergeten, dat kan toch gebeuren?” Onverstoord gaat Chelsey verder. ”Hallo, dit was het evenement van het jaar en je weet toch dat je best wat connecties voor je studie kunt gebruiken? Ach, laat ook maar ik moet ophangen, ik heb zo college. Dan zie ik je vanavond bij het etentje met de meiden.” Serena zucht diep. ”Oké, tot dan.”

Nadenkend staart ze voor zich uit. Best stom eigenlijk dat ze die afspraak is vergeten, maar het was donderdag en dan gaat ze altijd kickboksen. Iets waar ze elke week weer naar uitkijkt. Het is zo heerlijk om even een uurtje te knallen en je hoofd leeg te maken. En daarnaast is het er ook altijd erg gezellig en maakt het niet uit wie je bent of waar je vandaan komt. Dit uurtje is haar erg dierbaar, maar daarom blijft het natuurlijk nog wel stom dat ze de opening van één van de kantoren van Chelsey´s vader heeft gemist. Ach die man zal nog belangrijke avonden genoeg krijgen. Haar vader is erg vermogend en bezit diverse bedrijven en kantoren. Ze vindt hem altijd zo zakelijk en oppervlakkig. Eigenlijk is het ook niet zo verwonderlijk dat het de beste vriend van haar vader is. Haar wieg heeft ook gestaan in een groot landhuis bij een vermogende familie met ook een hardwerkende vader, die altijd druk is voor zijn kledingketen. Beide mannen hebben dus dezelfde interesses, geld en aanzien. Het was natuurlijk ook vanzelfsprekend dat Chelsey en Serena vriendinnen zouden worden. Chelsey is een leuke meid hoor, lachen kan ze altijd met haar en shoppen kunnen ze als de beste. Maar haar echt begrijpen dat doet ze niet. Chelsey wordt gezien als één van de knapste meiden van de universiteit en dat weet ze ook maar al te goed. Vaak wordt ze jaloers nagekeken door de andere meiden. Het is alleen zo jammer dat ze zich zo arrogant gedraagt. Hier wil ze dan ook liever niet mee geassocieerd worden, zo wil ze helemaal niet zijn en zo is ze ook niet. Maar dat terzijde, het is tijd om aan te kleden en om te ontbijten.

Het is vrijdag en dat betekent een drukke dag. Colleges, colleges, en nog eens colleges. En oh, natuurlijk ook nog dat etentje vanavond. Dat is wel iets waar ze dan naar uit kan kijken. Als ze denkt aan de universiteit gaat er een gevoel van onmacht en machteloosheid door haar heen. Ze heeft helemaal geen zin om te gaan, weer naar die universiteit, weer de schijn ophouden. Zo is ze helemaal niet. Ze sleept zich uit bed en werpt een blik in haar goed gevulde inloopkast. Dit schijnt de droom van elke vrouw te zijn. Maar waarom voelt ze zich dan zo ontevreden? Waarom boeit het haar helemaal niets? Er glijdt een duur jurkje van Chanel door haar handen. Ze draait zich om en haar oog valt op een vale jeans en een paar All Stars schoenen. Ze grist snel een makkelijke trui van een stapel en klaar is ze. Zo, lekker makkelijk, prima outfit voor vandaag. Dit is meer haar ding. Stiekem weet ze dat de afkeurende blikken aan de ontbijttafel haar straks zullen achtervolgen. Maar wat kan haar het schelen, zo is ze nu eenmaal. Ze kleedt zich aan en loopt naar haar badkamer. Snel maakt ze zich op en doet haar haar in een staart. Zo dat was dat, op naar het ontbijt.

Vader is al begonnen met ontbijten en ondertussen checkt hij snel zijn mail, ze ziet de onrust in zijn ogen. Het zal wel weer met de zaak te maken hebben. Hij kijk op en groet haar zonder haar eigenlijk te zien. Dan kijkt hij nog een keer verstoord op en zegt: ”Kan je je niet normaal kleden? Je loopt erbij alsof je geen cent hebt om iets fatsoenlijks te kopen.” ”Pa, dit is hoe ik ben en dit vind ik mooi.” Ze gaat er maar niet teveel op in, want ze heeft absoluut geen zin om haar dag met ruzie te beginnen. Nog een afkeurende blik en haar vader werpt zich weer op zijn mail. Met tranen in haar ogen begint Serena aan haar ontbijt. Waarom kan het hier nou nooit gewoon gezellig zijn? Soms wilde ze dat ze in een normaal gezin was geboren, met ouders die een gewone eenvoudige baan hadden en broers die niet alleen maar over zaken praten. John en Jason studeren beiden nog en gaan in de toekomst ook bij vader in de zaak werken. ”Zij liever dan ik”, denkt ze stiekem. Serena studeert zelf bedrijfseconomie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Intelligent is ze wel, daar ligt het niet aan. Alleen de passie voor haar studie ontbreekt. Genoeg gepiekerd voor vanochtend. Eerst maar eens een glas verse jus persen. ”Ga toch eens netjes aan tafel zitten ontbijten”, roept haar vader, terwijl ze al leunend tegen de keuken het glas jus achterover gooit. ”Geen tijd”, roept Serena, ze grijpt haar autosleutels, tas en telefoon en haast zich naar haar auto. Een prachtige Audi wel te verstaan. Een heerlijke auto vindt ze het. Op naar Amsterdam. Het is druk op de weg en daar baalt ze van. Straks komt ze ook nog te laat en moet ze als laatste die volle collegezaal binnenlopen, terwijl iedereen haar aanstaart. Vreselijk vindt ze het om als laatste ergens binnen te komen. Alleen de gedachte al dat iedereen haar aankijkt. Nu maar hopen dat er geen files zijn. Het valt allemaal mee en na een half uurtje rijdt ze Amsterdam binnen. Een prachtige stad is het, altijd levendig en ze houdt van de verschillende mensen en culturen. Niemand is hier hetzelfde. Ze parkeert haar auto en kijkt dan verwonderd op. Wat hoort ze daar toch? Het lijkt wel een panfluit. Ze loopt op het geluid af en ziet dan dat er markt is. Een indiaan zit op de hoek van de straat. Gebogen zit hij op een oude deken te fluiten op een panfluit. De wereld om hem heen lijkt hij te vergeten. Ontroerd blijft ze staan kijken. De prachtige muziek komt echt bij haar binnen. Wat is dit mooi. Ze proeft een stukje vrijheid wanneer ze naar de indiaan kijkt. Deze man is wie hij is en stoort zich niet aan de afkeurende blikken die hij van diverse mensen krijgt. Er lopen veel mensen voorbij die het net zo prachtig vinden als Serena, maar er zijn ook mensen die minachtend op hem neerkijken, omdat hij op zo´n manier zijn geld moet verdienen. Snel loopt ze door en geeft de indiaan wat geld. Dankbaar kijkt hij haar aan. Ze gaf maar twee euro, maar toch was de man dankbaar en dit zet haar aan het denken. Maar nu snel verder, want ze heeft nog maar weinig tijd en moet nog een stukje lopen naar de universiteit. Dichtbij parkeren is altijd lastig in deze drukke stad. Terwijl ze loopt voelt ze ineens een koude rilling over haar rug lopen. Een raar gevoel ineens. Maar waarom? Ze kijkt om zich heen, maar ziet niets raars. Vreemd, het leek net of iemand haar volgde. Ach het zal wel niets zijn, ze zal het zich wel inbeelden. Snel haast ze zich verder.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *