boot de Solitario

Interview: Henk de Velde (deel 2)

Vandaag het tweede deel van het interview met Henk de Velde. Veel leesplezier!

Wat trekt je zo in het zeilen en reizen?

Wat mij trekt is het onderweg zijn. Vroeger had ik dat al. Als we op schoolreisje gingen, dan vond ik het onderweg zijn mooier dan het pretpark zelf. Ik ben een nomade. Daar ben ik best een beetje trots op. De schrijver Cees Nooteboom zei eens over mij: ”Henk, je bent een pelgrim. Als je het hebt gevonden, dan trek je weer verder.” Het is begonnen met de jongensdroom om te gaan varen. Ik ben stuurman en daarna kapitein geworden op de grote schepen. Ik had boeken gelezen over reizen en ik wilde één keer met mijn zeilbootje de wereld rond, maar ik ben 6 keer de wereld rond geweest. Je bent dan wel echt op jezelf aangewezen hè? Ik zeg ook weleens op mijn lezingen: ”Toen wij jong waren, toen mijn ex-vrouw en ik samen op onze eerste wereldreis gingen, vroegen wij ons bijna nooit af: ”Wat als we ziek worden? Hoe zit het met verzekeringen?” Dat was een andere tijd, maar het moet ook in je zitten. We zijn met €4000,- gulden vertrokken en zijn 7 jaar onderweg geweest. Maar ik heb 2 handen om te werken, dus zocht ik onderweg een baantje om weer wat geld te verdienen.

Ik heb mijn hart gevolgd en heb er nooit over nagedacht: ”Kan dat nu wel?” Waarom? Ik heb mijn hart gevolgd. Dit is al gegroeid vanaf de lagere school. Voor zijn 12e jaar wist Henk al dat hij kapitein wilde worden. En dat ben ik ook geworden. Ik spaarde toen al plaatjes van schepen. Ik had de zee nog nooit gezien, maar ik wist dat ik kapitein wilde worden. Ik bleef zitten, maar ik wilde school niet overdoen, ik was opstandig. En toen hebben mijn wijze ouders besloten: ”Als Henk dan niet wil leren, dan moeten we maar eens voor hem gaan kijken hoe dat gaat op zo’n schip.” En ze vonden een schip voor me. Op mijn 15e werd ik matroos. Het was geen vlucht, maar gewoon het volgen van mijn hart. Op mijn 28e werd ik kapitein. Toen zag ik op de Atlantische Oceaan een zeilboot varen en ik dacht: ”Dat wil ik ook.” De volgende droom ontstond. Vaak werd ik koppig genoemd.

Was je nooit bang of eenzaam?

Dat vraagt iedereen, maar er is een groot verschil met eenzaam zijn of alleen zijn. Het langste dat ik alleen ben geweest dat is 5 maanden, toen heb ik ook niemand gesproken of gezien. Ja, soms iemand van RTL via de radio, want toen kon je nog geen beelden sturen. Maar voor alles wat ik achterliet, kreeg ik zoveel terug op mijn zee. Een zee die ook hele hoge golven kan hebben. Bij Kaap Hoorn had ik golven die niet meer te meten waren. Ik schat ze ongeveer op 12, 15 á 20 meter hoog. Voor de storm ben je banger dan in de storm, omdat je vooraf niet weet wat er gaat komen. Je ziet de wind aanwakkeren, de golven worden hoger, het wordt donker en zwart en je hoort de boot kraken. Maar ook de windstiltes zijn lastig, want dan kom je niet vooruit.

Wat was het mooiste dat je terugkreeg voor het alleen zijn?

Er zijn heel veel mooie dingen, maar het mooiste is dat je een deel bent van het grote geheel. Dat heb ik zoveel duidelijker daar in mijn alleenzaamheid dan aan de wal. Ik heb hele goeie vrienden aan de wal, maar je wordt aan de wal afgeleid. Heel veel mensen zeggen tegen me: ”Wat moet je hier nou ’s winters in de haven? Er is hier niemand.” Maar juist daarom blijf ik hier liggen. En de wereld met mensen is dichtbij.

Wat bedoel je met het woord alleenzaamheid? Het is geen bestaand woord.

In mijn boeken ben ik het woord alleenzaamheid gaan gebruiken. Met dat woord bedoel ik dat je alleen bent, maar niet eenzaam. En als je religieus gaat denken dan weet je dat God altijd bij je is. En ook de zee is bij me. De zee vind ik zo prachtig. Ik ben een schilderij aan het schilderen, ik zal het jullie laten zien. Dit is mijn zee! Dit is mijn wereld. Kijk, ik heb er ook een albatros op geschilderd. En weet je wat een albatros doet? Hij vliegt weleens de wereld rond, maar ooit komt hij weer terug op de plek waar hij is geboren. De rots op het eiland waar hij geboren is, daar komt hij terug.

In één van de afleveringen van je serie op SBS6 zeg je: ”Ik ben een reiziger op weg naar huis”, wat bedoel je hiermee? Heb je altijd in je achterhoofd gehouden dat je terug zou komen?

Onbewust! Daarom ben ik waarschijnlijk ook nooit eenzaam geweest. In 2007 heb ik gezegd dat ik nooit meer terug zou komen. Ik heb alles wat ik had en ik had niet veel, allemaal verkocht op marktplaats of weggegeven. Behalve de boot. En ik zou echt nooit meer terugkomen. Dat heb ik duidelijk gezegd en daar had ik voor mijn gevoel een reden voor. Niet dat ik me ongelukkig voelde hoor, maar ik dacht: ”Wie heeft mij nu nodig? Stefan, mijn zoon, die heeft mij toch niet nodig, die redt zich wel.” Maar hij zat naast me bij de show van Pauw en Witteman en hij had de tranen in zijn ogen. Zag Henk dat niet? Ja, natuurlijk zag ik dat. Maar ik zou gaan en ik ben gegaan. 4 jaar lang ben ik weggeweest. Maar waarom ben ik teruggekomen? Ik ging hem missen.

Mijn moeder zei eens tegen me: ”Van mij mag je gaan, want ik heb nog 1 dag of ik heb nog 10 jaar.” Dat is dapper hè, om dat te zeggen? ”Henk, je mag van mij gaan, je kunt op mij niet wachten”, dat zei ze. Mijn moeder is 89 jaar geworden en is tijdens mijn reis overleden. Ik heb er niet bij kunnen zijn. Ik ben op mijn 15e gaan varen en langzamerhand zijn mijn ouders mij gaan accepteren als de zeeman die altijd weer weggaat.

Je hebt vastgevroren gezeten in Siberië. Kun je daar iets over vertellen?

Klopt, ik heb 9 maanden vastgevroren gezeten in Siberië. Het was daar min 35 tot min 58 graden en het is er 3 maanden donker. Je ligt dan in die enorme ijsvlaktes met twee kleuren, het is of blauw of wit. Ik voelde me enorm klein, maar ook heel dankbaar. Je zag er ijskristallen in de lucht of het noorderlicht boven je. Ik lag dichtbij een dorpje waar één keer in de maand wat fruit werd ingevlogen. Het was heel ver weg van de rest van de wereld. Het volgende dorp was pas 2500 kilometer verderop. Er woonden daar 2000 mensen en je mocht niet meer dan 3 appels kopen. Anders is er niet genoeg voor iedereen. Geweldig vond ik dat! Dan liep ik daar op straat met mijn appeltjes en zat ik op een bankje. Ik rookte in die tijd nog shag en de Russen en de Chuckhi (een soort van Eskimo) vonden het heerlijk om zo’n shaggie te draaien. En ondertussen deelden we de appels. Geweldig! Het drinkwater is daar gewoon gesmolten sneeuw en ijs. Binnen in de boot kon ik het 5 graden houden. Ben je toen nooit bang geweest? Nee, die 9 maanden zijn mijn grootste ervaring geweest. Niet de mooiste, maar wel de grootste ervaring. Ik lag wel dichtbij een dorpje, maar ik lag in het midden van niets. Ik lag in het ijs vastgevroren en moest 3 kwartier over het ijs naar het dorpje lopen. Ik moet zeggen… Ik vond de Russen geweldig. En die Russen zeiden ook tegen me: ”Je moet je niks van Moskou aantrekken, Moskou is politiek. Wij zijn mensen.” Maar dat is in de hele wereld zo. De kleine plaatsjes ook bijvoorbeeld in Argentinië of waar ik ook ben geweest, in de kleine samenlevingen daar helpen de mensen elkaar. Je houdt niet zo van de politiek ofwel? Klopt, maar hier in Nederland ontkom je er niet aan. Daarom ga ik monniken beter begrijpen. En dan heb ik het niet over hun standpunten, maar ze doen hun eigen dingen binnen hun beschermde wereld. De buitenwereld noem ik de verdwaasde wereld. Maar ik ben absoluut geen kluizenaar. Ik heb gewoon vrienden. Mensen denken weleens dat ik een kluizenaar ben, maar dat is absoluut niet zo.

Wat vind je van Nederland?

Weet je wat ik zo jammer vind? Dat mensen in Nederland zoveel moeten betalen voor een dak boven hun hoofd. Dat is misschien de helft van je salaris. Je kunt van Poetin zeggen wat je wilt, maar hij heeft ooit gezegd: ”Wij kunnen als Russen niet zoals de Europeanen leven, want dan kunnen mijn mensen de huur niet meer betalen.” Kijk, je moet niet in Moskou gaan wonen, dat is een hele dure stad. Maar in die dorpjes? €200,- per maand en daar kunnen ze makkelijk alles van doen. Ze verdienen natuurlijk een stuk minder, maar hij had wel gelijk. Nederland is ook een heel welvarend land hè? Wij staan op nummer 8 van de rijkste landen. Maar de ontevredenheid slaat in de westerse wereld steeds meer toe. Waar komt dat nou van? Daar is heel moeilijk een antwoord op te geven. Ja, ik kan er ook nog steeds niet achter komen hoe dat kan. Maar vind je de Nederlandse levensstandaard dan ook te hoog? Ja, want alles moet maar meer, meer, en meer. Het is nooit genoeg. Het woord genoeg bestaat hier niet. Ja, misschien voor sommige mensen wel. Niet iedereen is zo. Maar over het algemeen bestaat het woord genoeg hier niet. Alles begint met het woordje perfectie. Alles moet tegenwoordig maar perfect zijn. De ene telefoon moet nog perfecter zijn dan de ander. En alles moet ook steeds sneller gaan. Zo worden we in deze maatschappij opgevoed. Er is een ontwikkeling gaande die wij niet kunnen stoppen. De maatschappij creëert ons. Als ik de mensen in het algemeen neem en je zegt: ”Je kunt het doen met dit bedrag, maar je krijgt 2 keer zoveel”, dan ga je je leven daarop aanpassen. En zo gaat het van kwaad tot erger. De economie moet elk jaar maar weer groeien, al is het maar 0,1 procent. Met dat systeem werkt onze maatschappij. Het moet maar groeien. Het meer, meer, meer. Het groter, groter, groter. Want anders stort de hele boel in elkaar denkt men. Dat is de westerse opvoeding die we meekrijgen. Soms zeggen mensen: ”Is het nu nog geen weekend?” Dan denk ik: ”Mensen, waar zijn jullie de hele week mee bezig geweest?” In de oorsprong ging het verdienen om het dagelijkse brood en was dat voldoende. Maar dat is tegenwoordig niet meer zo. Het gevoel van ontevredenheid wordt rondom ons heen groter. Na de Tweede Wereldoorlog, na de opbouw zijn we tevreden geworden. Maar nu zijn we niet meer altijd tevreden. Hoe zou dat nou komen? We houden onszelf voor de gek. Dat zit ook in ons als mensen. Maar hoe het komt? Ik zou het echt niet weten. Binnen Europa is het overal wel een beetje hetzelfde. Zijn er makkelijkere landen dan Nederland? Ach, wij leven in een fantastisch land! 

Kwam je ook weleens in lastige situaties?

Toen ik eens in Amsterdam op zoek was naar sponsoren voor één van mijn zeilreizen kwam ik in aanraking met een man. Er werd me een paar ton geboden. Maar ik wist dat dat geld uit de drugshandel kwam. Ze nodigden me uit voor een gesprek en ik heb met ze afgesproken. Die man zei tegen me: ”Henk, je weet waar het vandaan komt hè?” Gelukkig heb ik het niet gedaan.

Toen ik kapitein was op een schip heb ik een soortgelijke situatie gehad. We voeren veel naar Miami vanaf Colombia en al die eilandjes. Ik werkte met lokale bemanning. Die bemanning was ook erg gevoelig voor drugssmokkel, want ze verdienden heel weinig. Colombia had in die tijd ook een hele slechte naam. Op een dag kwamen we aan in Colombia. Er kwamen twee grote zwarte geblindeerde auto’s aan. Daar kwamen een paar gasten uit, die eruit zagen alsof ze van de maffia waren. Ik was hier al voor gewaarschuwd. Eén van de mannen kwam op me af en vroeg: ”Where is the captain?” Ik zei: ”That’s me.” Hij wilde met me praten. Waarschijnlijk wilde hij zijn drugs via mijn boot naar een andere plaats smokkelen. Het enigste dat ik tegen hem heb gezegd is: ”Get off my ship!” En hij ging. Ze wilden mij meetrekken in hun drugshandel. In die tijd werd daar in Colombia heel veel geld mee verdiend en dat geld kon ik op dat moment goed gebruiken. Gelukkig heb ik het ook toen niet gedaan.

Wat een lange blog hè? Ik heb geprobeerd om het zo kort mogelijk te houden, omdat mensen niet van lange blogs houden, maar korter kon ik het niet maken. Deze man heeft zoveel te vertellen. Binnenkort komt het laatste deel van het interview online. Maar eerst volgende week een blog met een ander onderwerp.

Liefs Tina

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *